Skip to main content

Maatregelen bij bedreiging door drijvend en kruiend ijs

Kruiend ijs kan zowel waterstandsverhogend werken (het ijs hindert de rivierafvoer waardoor het water zich opstuwd) als ook door het opstuwen (opstapelen tegen het dijktalud aan) een extra belasting op het buitentalud van de waterkering uitoefenen. Bovendien zijn de ijsschotsen heel hard en scherp en kunnen bij het langsstromen de bekleding van de dijk sterk beschadigen. Er dienen daarom ook erosieremmende maatregelen te worden getroffen.

Bedreigingen door drijvend ijs, kruiend ijs en een gesloten ijskorst kunnen met behulp van motorzagen, aksen en ijshaken worden verwijderd. Ter preventie is langs kunstwerken een voldoende brede strook permanent ijsvrij te houden.

Bedreigde dijkvakken zijn op tijd met boomstammen of bundels rijshout (kraagstuk, zinkstuk, fascines) te beveiligen. Bedreigd zijn met name vakken met oplopend water.

Op vaarwegen wordt het ijs door het inzetten van ijsbrekers gebroken. Het breken van het ijs begint vanuit de monding zodat het gebroken ijs kan afvloeien. Het opblazen van het ijs zal alleen worden toegepast als direct gevaar voor bruggen of andere installaties bestaat en de bedreiging niet door de andere genoemde methodes kan worden verwijderd. Ook bij het opblazen van het ijs is ermee rekening te houden dat het afvloeien van het ijs gewaarborgd is.