Page content
Wat is het?
Een noodkering (nooddijk of dijkslot) is een waterkering die in relatief korte tijd kan worden opgebouwd en die voor een relatief korte tijd voldoende veiligheid kan bieden.
De locatie van een dergelijke noodkering moet strategische worden gekozen, zodat deze aansluit op hoge gronden of overige stabiele delen van de dijk of een muur waarvoor geen urgentie van een noodkering is.
Het beschermen van buitendijks gelegen woonwijken of industrie kan in principe ook een functionaliteit van noodkeringen zijn. Dit geldt echter maar voor een beperkt aantal locaties in Nederland omdat de voor een groot aantal “buitendijkse gebieden” inmiddels ook een veiligheidsniveau is vastgesteld. Bij het overschrijden van dit niveau mogen de dijken niet worden verhoogd omdat de rivier in die gevallen de ruimte wordt gegeven om verdere stijging van de waterstand te voorkomen.
In tegenstelling daartoe is in sommige delen van Nederland de primaire kering zodanig georganiseerd dat er bij nadering van echt hoogwater opzetstukken, hoogwaterschotten etc. nodig zijn om het vereiste veiligheidsniveau te halen. Dit soort voorzieningen zijn locatie-afhankelijke mobiele keringen. Dee worden niet gezien als noodkeringen, maar zijn onderdeel van de waterkering.
Wat doet het?
Zo'n nooddijk kan de verschillende doeleinden dienen:
- tijdelijk de kerende hoogte van een kade over een grotere lengte (enkele hoderden meters) te verhogen
- tijdelijk achter de kering een tweede kering te vormen die bij het falen van de primaire kering op de desbetreffende locatie de functie over tijdelk over te nemen.
Hoe pas je het toe?
Een nooddijk wordt als langscondsructie of op de buitenkruin van een kering geplaatst of kan langs een buitendijkse kade worden geplaatst om de waterklerende hoogte te vergroten.
Een nooddijk kan ook in de tweede lijn paralleel aan een waterkering worden geplaatst als de kering zelf dreigt te falen, zodat de nooddijk haar functie kan overrnemen.
Hoe ziet het eruit?
Een nooddijk bestaat bijvoorbeeld uit plasticfolie waarop een aaneengesloten ril zand wordt gedeponeerd. Voorwaarde is dat de kade en/of dijk goed begaanbaar en bereikbaar moet zijn met voertuigen zoals trekker met zandkar.
Een nooddijk kan ook een tubeachtig, watergevuld suysteem zijn (bijv. Mobildeich) pf en ander soort mobiele kering.
Relatie met andere faalmechanismen
Bij het plaatsen van een nooddijk op een dijk om de kerende hoogte te verhogen, dient men er zich van bewust te zijn dat de dijk zelf al verzadigd en daar door minder stabiel is en dat het rijden met en traktor eventueel een te grote belasting vormt. Bovendien zal bij een verhoging van de kerende hoogte de belasting op de dijk door het buitenwater nog sterker toenemen.