Skip to main content

Bevorderen van kwelwaterafvoer

Bij hoge buitenwaterstanden kan kwel achter de dijk opreden. Het achterland kan door veel kwel als een waterbed aanvoelen. We spreken dan van verweking. In dat geval kan het zinvol zijn om het kwelwater zo goed mogelijk af te voeren naar de kwelsloten die achter de dijk liggen of naar andere sloten op grotere afstand van de dijk.

Kwel is hoofdzakelijk een wateroverlastprobleem en vormt geen direct veiligheidsrisico. Wanneer er geen materiaal (grond) uit de dijk wordt meegevoerd of vanuit de diepe ondergrond als zandmeevoerende wellen wordt aangetroffen, zal de dijk als gevolg van kwel ook niet bezwijken. Anderzijds zal de sterke van de dijk ook nauwelijks toenemen door het al dan niet afvoeren van het kwelwater op maaiveldniveau. Hierdoor moeten de maatregelen voor het bevorderen van het afvoeren van water dan ook als een overlastbeperkende maatregel worden gezien die in de calamiteiten ranking een lage prioriteit zal krijgen.

Hoewel de afvoer van kwelwater vanuit het maaiveld nauwelijks invloed op de stabiliteit van de dijk zelf zal hebben, is het wel zo dat door de afvoer  het kwelwater eenvoudiger zal uittreden  waardoor eventuele waterdrukken (of waterspanningen) niet gaan oplopen. Dit gebeurt echter alleen op maaiveldniveau waardoor de korrelspanning en dus ook de sterkte op enige diepte nauwelijks zullen toenemen. Om de waterspanningen op enige diepte in de dijk of ondergrond te kunnen verlagen is bijvoorbeeld een filterconstructie noodzakelijk.

Kwelwater op het maaiveld zal bij een opdrijvende deklaag wel als tegenbelasting kunnen werken. In dit geval is het beter om het kwelwater in vorm van een kwelkade gericht op te stuwen.